Hoe wordt het Nederlandse woonbestand aardgasvrij?
10 mei 2022
Onderwerp van gesprek tijdens de vierde ESB Kennissessie: Verduurzaming van woningen. Hoe kan de kwaliteit van het huidige woonbestand worden verhoogd, met oog op de toekomst? Het technische antwoord is slechts de helft van het verhaal. Minstens zo relevant zijn de vragen: Hoe krijgen we mensen zo ver? En hoe wordt het gefinancierd?
[Dit is deel één van het tweeluik over deze kennissessie, en gaat over het technische aspect. Meer geïnteresseerd in het financiële en psychologische aspect? Klik hier voor deel twee ]
Aan tafel schuiven Arlette Arends van NHG, gedragseconoom Eva van den Broek en Casper Tigchelaar, onderzoeker energietransitie bij TNO.
Niet op koers
In 2050 moeten alle woningen in Nederland aardgasvrij zijn. Met 14.000 woningen die vorig jaar van het gas af gingen, zijn we - zachtst gezegd - niet op koers. Dat komt mede door de complexiteit van de transitie. Wie van het gas af wil, heeft meerdere mogelijkheden om zijn huis aardgasvrij te verwarmen. Maar welke is het beste voor jouw woning? Huiseigenaren zijn onvoldoende geïnformeerd om deze keuze te kunnen maken.
Aardgasvrij: de drie scenario’s
De opties zijn globaal als volgt, vertelt Tigchelaar. Bij all-electric maak je gebruik van natuurkrachten zoals wind en zon. Een warmtepomp wordt geïnstalleerd in de woning. Hernieuwbaar gas, zoals groen gas en waterstof, kan het huis verwarmen met een aangepaste HR-ketel. De derde optie is een warmtenet. Hiervoor kun je kiezen als er in jouw wijk een warmtenet wordt aangelegd.
Onderzoeker energietransitie bij TNO Casper Tigchelaar aan tafel tijdens de ESB Kennissessie bij NHG.
Voor welke optie je ook gaat, isoleren is altijd een goede toevoeging. Daarom pleit Tigchelaar ervoor dat woningeigenaren met deze stap beginnen. Bij NHG noemen ze het isoleren van de woning dan ook een no regret-maatregel.
Belangen en kosten
Per scenario zijn er natuurlijk verschillende belanghebbenden. Denk aan Rehema en andere gasketelleveranciers die heil zien in hernieuwbaar gas; Vattenfall en Eneco die graag warmtenetten willen aanleggen om klanten aan zich te blijven binden; en stichtingen zoals Stroomversnelling die het liefst pleiten voor all-electric. Toch zeggen zij ook eerlijk: op sommige plekken is een warmtenet de handigste optie, zoals bijvoorbeeld in een drukke binnenstad.
Welke keuze je maakt, heeft invloed op bij wie de kosten komen te liggen. De kosten voor een warmtepomp ligt bij de woningeigenaar, terwijl een warmtenet deels wordt aangelegd op kosten van de gemeente. Tigchelaar: “Het zou eerlijker zijn als de kostenverdeling gelijk is. Hier zou de overheid zich voor in moeten zetten. Een gelijk speelveld zorgt ervoor dat dit geen rol meer speelt in de keuze van de woningeigenaren.”
Scenario per wijk
Een andere taak voor de overheid en gemeenten is volgens Tigchelaar, om zo snel mogelijk per wijk inzichtelijk te maken, welk scenario het best uitgevoerd kan worden. Zo voorkom je dat mensen nu een warmtepomp laten installeren, terwijl er over een aantal jaar een warmtenet in hun straat blijkt te komen. Hoe eerder er duidelijkheid is, hoe beter bewoners een goede keuze kunnen maken.
Verduurzamen is altijd een goede keuze, stelt Arlette Arends van NHG. Niet alleen omdat het belangrijk is dat we de CO2 uitstoot gezamenlijk omlaag brengen, maar het is ook gunstig voor de woningeigenaar zelf. Het draagt namelijk bij aan waarde-behoud van de woning, én aan lagere woonlasten. Kortom: financiële risicoverlaging voor woningeigenaren. Daarom zet NHG zich in om verduurzaming voor consumenten makkelijker en aantrekkelijker te maken.
Wil je weten hoe NHG dat doet? Klik hier voor deel twee van dit artikel. Daarin lees je ook het advies van gedragseconoom Eva van den Broek.
ook is de kennissessie terug te luisteren.