Arthur over de Woonlastenmonitor: “Het was een soort ontdekkingsreis.”
27 mei 2024
Initiator van de pilot
Op 6 mei introduceerde NHG de eerste Woonlastenmonitor. De tool laat zien hoe betaalbaar woonlasten zijn voor mensen met een hypotheek in Nederland, door informatie over betalingsachterstanden te combineren met het gevoel dat huiseigenaren hebben over hun financiën. Arthur van de Woestijne is Manager Dienstverlening bij NHG en is de initiator van de pilot. In dit interview praten we over het idee achter de monitor, hoe deze tot stand is gekomen en hoe hij de toekomst ervan voor zich ziet.
Hallo Arthur, wil je vertellen waar het idee voor een Woonlastenmonitor vandaan komt?
“Daarvoor moeten we terug naar 2022, het einde van de coronatijd. Er waren veel veranderende marktomstandigheden; denk aan stijgende kosten voor energie en boodschappen. We stelden onszelf de vraag of er nu wel of geen financiële crisis zou komen. Ook al kwamen er vanuit de markt nog geen directe signalen waar we ons zorgen om moesten maken, hadden we bij NHG wel een voorgevoel van een naderend onheil. Dit gevoel droeg bij aan het verlangen om meer inzicht te krijgen in mogelijke betaalbaarheidsproblemen van consumenten, om vanuit een dienstverlenings- en risicoperspectief te helpen bij het voorkomen van betalingsproblemen. Doordat wij als NHG nog niet over die vroegsignaleringsinformatie beschikten, en de media signalen van betalingsproblemen bij consumenten gaven die niet in onze gesprekken met geldverstrekkers terugkwamen, wilde ik graag een monitor ontwikkelen die dit zou ondersteunen.”
Is daarom voor de pilot Woonlastenmonitor gekozen?
“Klopt, er is gekozen voor een pilot omdat de Woonlastenmonitor nieuw voor ons is. We werken natuurlijk al langer met data, maar op deze schaal en met deze bronnen was nieuw voor ons. Met name een brug slaan tussen de harde data en het sentiment van woningeigenaren was uitdagend. De monitor is vandaag drie weken geleden gepubliceerd en ik ben heel enthousiast over het resultaat. Het heeft al tot veel positieve reacties geleid. Naast de meerwaarde voor onze eigen inzichten is het natuurlijk nog veel mooier als de markt de bevindingen ook actief gaat gebruiken.”
“Er is heel veel uitgevonden en ontwikkeld.
Terugkijkend was het een soort ontdekkingsreis. “
Daarover gesproken, hoe kunnen NHG en andere partijen de Woonlastenmonitor gaan gebruiken?
“Wij gaan de monitor gebruiken voor de doorontwikkeling van onze lopende en toekomstige proposities. Zodat we meer tools kunnen ontwikkelen die nog beter zijn toegespitst op de behoeften van de individuele consument. Met de data uit de monitor verfijnen we onze modellen en zoomen we in, in plaats van uit. Daarvoor is het sentiment dat onder consumenten leeft belangrijk. We willen antwoord krijgen op de vraag hoe het over een langere periode echt met hen gaat, zodat we trends kunnen ontdekken of veranderingen (eerder) kunnen opmerken. Als financiële sector spelen wij een belangrijke rol om woningeigenaren met financiële zorgen proactief te ondersteunen. Met de Woonlastenmonitor willen wij kennis delen en ketenpartners inspireren om in de toekomst actief data met ons te delen, om handelingsperspectief te creëren zodat we consumenten die in een precaire situatie dreigen te komen eerder kunnen helpen.
Hoe is het ontwikkelproces gegaan?
“We zijn begonnen met een onderzoek naar verschillende databronnen voor de monitor en op welke manier we hier sentiment aan konden verbinden. Hiervoor hebben we samengewerkt met Miles Research, een bureau voor marktonderzoek. Het was een proces van vallen en opstaan, waarbij we op een gegeven moment onszelf hebben afgevraagd: hoe nu verder? Maar toen we zicht kregen op het eindproduct maakte dat veel energie vrij bij alle betrokkenen. Er is heel veel uitgevonden en ontwikkeld. Terugkijkend was het een soort ontdekkingsreis.“
“We richten de Woonlastenmonitor nu op woningbezitters. Maar dat kan evengoed voor de hele woningmarkt, inclusief de huurmarkt. Het gaat ten slotte om de zorgen van Nederlanders.”
Is er iets dat je tijdens dit proces heeft verrast?
“Niet per se verrast, maar het proces heeft mijn ogen geopend. We dachten dat het makkelijker zou zijn om data uit te vragen en met andere organisaties samen te werken aan de monitor. Het is de combinatie van het ontsluiten van data en het sentiment van consumenten wat het interessant, maar tegelijkertijd complex maakt. Hoe verzamel je de informatie die je nodig hebt, welke analyses laat je erop los, welke patronen of correlaties kun je ontdekken, en hoe geef je dit visueel weer? Het is meer dan vragen uitzetten en informatie ophalen. En nu hebben we het nog over twee datastromen, in de toekomst willen we dit graag uitbreiden.”
Bepaalt die uitbreiding van data voor jou het succes van de Woonlastenmonitor?
“Ik zie voor me dat de Woonlastenmonitor op langere termijn uitgroeit tot een samenwerking van verschillende partijen; zoals overheden, belangenorganisaties en universiteiten. Ik zou willen dat beleidsmakers in Den Haag op basis van de bevindingen uit de monitor vragen gaan stellen. We richten de Woonlastenmonitor nu op woningbezitters. Maar dat kan evengoed voor de hele woningmarkt, inclusief de huurmarkt. Het gaat ten slotte om de zorgen van Nederlanders. Laat het andere partijen inspireren om ook data aan te leveren en met elkaar proberen de markt in beweging te brengen. We hebben een hele mooie eerste monitor gepubliceerd, en nu is het aan ons als financiële sector om dit verder te brengen.”
Heb je nog een oproep en aan wie?
“Ik wil met name beleidsmakers enthousiasmeren om te gaan kijken. Er is zoveel interessants te vinden! Denk na over wat je als gebruiker zou willen zien, of welke data de monitor verder kan verrijken. Samen kunnen we de Woonlastenmonitor nog beter maken.”