Voorwaarden en normen 2025

Na het overlijden van een consument gaat het vangnet van NHG niet over naar een (inwonende) erfgenaam die geen consument is voor NHG. 

Dit komt omdat de borgstelling en het bijbehorende vangnet zijn gekoppeld aan de consument die de lening met NHG heeft gesloten. Hierdoor kan deze erfgenaam die de lening met NHG voortzet geen gebruik maken van de woningbehoud-tools. En niet van de kwijtscheldingsregeling. Om gebruik te kunnen maken van het vangnet moet de erfgenaam de lening met NHG nieuw afsluiten. Dit is een onnodig ingewikkeld en kostbaar proces voor de erfgenaam. Bovendien kan dit ertoe leiden dat de woning dan buiten de NHG-grens valt.

We hebben een nieuw artikel toegevoegd aan de Voorwaarden en normen zodat de erfgenaam kan worden toegevoegd aan de lening met NHG. De erfgenaam kan het vangnet van de oorspronkelijke consument daardoor overnemen als de lening wordt voorgezet. Dit mag alleen als:  

• De erfgenaam hoofdelijk aansprakelijk is voor de lening.  

• De erfgenaam de enige eigenaar is van de woning. Worden er meerdere erfgenamen toegevoegd? Dan zijn zij allen hoofdelijk aansprakelijk voor de lening en eigenaar van de woning.  

• Tenminste 1 erfgenaam die wordt toegevoegd moet op het moment van overlijden van de consument de woning al als hoofdverblijf bewoond hebben. 

Past een geldverstrekker de lening aan voor woningbehoud? Dan moet de geldverstrekker soms de waarde van de woning bepalen. Dat mag bij woningbehoud voortaan ook op een andere manier gedaan worden, dan via een (hybride) taxatie. Bijvoorbeeld door een modelmatige waardebepaling of een WOZ-beschikking. De geldverstrekker mag daarin haar eigen beleid volgen.  

Dit mag alleen als de lening wordt aangepast om woningbehoud te realiseren én er geen sprake is van een verhoging van de lening.