Hoe gaat NHG om met lasten uit een Lease-contract?
Op grond van de Tijdelijke regeling hypothecair krediet (Trhk) moet je bij het vaststellen van de maximaal toegestane financieringslast rekening houden met de andere financiële verplichtingen van de consument. Dit geldt voor alle financiële verplichtingen. Ook die niet bij het Bureau Krediet Registratie zijn vermeld. Neem je al financiële verplichtingen mee bij het vaststellen van de financieringslast zoals staat in C.7.2? Dan neem je die financiële verplichtingen niet mee bij het vaststellen van de maximaal toegestane financieringslast zoals staat in C.7.3.
Heeft de consument financiële verplichtingen?
- Stel dan eerst vast wat de totale oorspronkelijke krediet- of leensom is.
- Breng vervolgens per maand 2% van dat bedrag in mindering op de maximaal toegestane financieringslast. Dit geldt voor de resterende looptijd van de financiële verplichting.
- Heeft de consument een financiële verplichting waarvan de maandelijkse last niet kan veranderen tijdens de looptijd? Breng dan minimaal deze maandelijkse lasten die de consument daarvoor betaalt in
mindering op de maximaal toegestane financieringslast.
- Heeft de consument een financiële verplichting voor de restschuld van de verkoop van de woning? Verlaag dan de maximaal toegestane financieringslast met de netto maandlast van deze financiële verplichting.
- Betaalt de consument huur voor een woonwagenstandplaats? Verlaag dan de maximaal
toegestane financieringslast met de huursom.
Heeft de consument financiële verplichtingen in verband met een studielening?
- Stel dan de lasten van de studielening vast volgens artikel 3a lid 1 van de Trhk.
- Is (een deel van) de lening fiscaal aftrekbaar? Vermenigvuldig dan de lasten van de studielening met de opslag volgens artikel 3a lid 2 van de Trhk.
- Is de consument afgestudeerd, maar hoeft hij door de aanloopfase nog niet af te lossen? Reken dan met het bedrag dat de consument moet gaan betalen na de aanloopfase.
De uitkomst van die berekening breng je in mindering op de maximaal toegestane financieringslast.
- Loopt de studielening nog op omdat de consument nog studeert of nog niet hoeft af te lossen? Maak dan een reële inschatting van de uiteindelijke studieschuld.
Als de werkelijke last hoger is dan 2% dan reken je met de hoger last.
Hoe bepaal je de werkelijke lasten van een Operationele Autolease (OA)?
Sinds 1 juli 2016 worden operationele autoleaseovereenkomsten met een aparte overeenkomstsoort in het Centraal Krediet Informatiesysteem bij het BKR geregistreerd (overeenkomstsoort OA).
Bij overeenkomsten waarbij de eerste termijn vóór 1 april 2022 moet zijn betaald, wordt het bedrag voor 65% geregistreerd bij het BKR. Bij overeenkomsten waarbij de eerste termijn na 1 april 2022 moet zijn betaald, wordt het volledige bedrag geregistreerd. De dag waarop de eerste termijn moet zijn betaald wordt door het BKR de ‘datum eerste aflossing’ genoemd.
Voorbeeld
Je hebt een private leaseauto voor 4 jaar en daarvoor betaal je € 500 per maand. Dan is het bedrag van het leasecontract € 24.000 (48 maanden * € 500).
|
In sommige gevallen mag je op basis van de werkelijke lasten toetsen. Mede gezien de Gedragscode Hypothecaire Financieringen moet je daarbij uitgaan van de volledige werkelijke last. Om de werkelijke last van een OA te bepalen moet je eerst kijken of ‘de datum eerste aflossing’ voor of na 1 april 2022 ligt. Vervolgens bereken je de last van de OA als volgt:
- Ligt de ‘datum eerste aflossing’ vóór 1 april 2022? Dan bereken je de werkelijke last van de OA in het hierboven genoemde voorbeeld op deze manier: 15.600 / 0,65 / 48 = €500
Hiermee corrigeer je het bedrag dus van 65% naar 100%. - Ligt de ‘datum eerste aflossing’ op of na 1 april 2022? Dan bereken je de werkelijke last toets van de OA in het hierboven genoemde voorbeeld op deze manier: 24.000 / 48 = € 00
Een eigen bijdrage of bijtelling voor een leaseauto of fiets van de zaak wordt niet gezien als financiële verplichting.